Graspop, zondagmiddag 12.30u, stikheet. Niet meteen de beste omstandigheden om op een grote wei met een hoop volk samen in een grote zwarte (zweet)tent te kruipen, maar toch doen we het. Alles voor de muziek, nietwaar.
Waar ik ’s ochtends nog fris en fruitig uit bed gesprongen was om op tijd te zijn voor Orange Goblin, was daar één nummer ver in hun set nog weinig van te merken. Een stomende set en zowaar een fijn overzicht van hun hele carrière:
Geen enkele band weet stoner rock zo goed te vermengen met heavy metal als het Britse Orange Goblin. En dat doen ze al bijna 25 jaar zonder grote sterren te worden, maar zonder een slechte plaat uit te brengen én met respect voor hun grote voorbeeld, Black Sabbath. Doorheen de jaren is de band behoorlijk gaan experimenteren met doom, punk en klassieke heavy metal en daardoor zijn ze zichzelf altijd blijven heruitvinden. Sympathieke frontman Ben Ward legt het hier zelf haarfijn uit. Zeer straffe band, maar jammer genoeg bij veel metalliefhebbers onbekend en onbemind.
Nog een Britse band die me later op de dag in diezelfde hete tent omvergeblazen heeft: Hawkwind, de oervaders van de Spacerock. Ik kende eigenlijk alleen hun hit ‘Silver Machine’ uit 1972, met – toen nog – Lemmy Kilmister op bas en zang. Enkele jaren later werd hij tijdens een tour in Canada opgepakt wegens cocaïnebezit en uit de band gezet. Lemmy liet het alvast niet aan zijn hart komen en richtte Mötörhead op.
Hawkwind kende door de jaren heen heel wat bezettingswisselingen. Enkel zanger/gitarist Dave Brock – 78 ondertussen, maar met nog even veel energie en speelplezier als 50 jaar geleden – was er van in den beginne bij. Alleen al doordoor sluipen er heel wat andere invloeden in hun psychedelische composities: rock, punk, jazz, electronica, rave, mooie zangharmonieën, het zit er allemaal in. Complete muzikale vrijheid en bezwerende visuals, ik was helemaal mee.
(sh)
Hawkwind: echt een geweldige band! Die zou ik ook nog eens graag willen zien.
LikeLike